Isoflavonen, lignanen en prostaatkanker

30 Jul, 2018

Onlangs verscheen in het International Journal of Cancer een meta-analyse van case-controlstudies waarin 90 procent van alle wereldwijd beschikbare gegevens naar de relatie tussen isoflavonen, lignanen en prostaatkanker onder de loep is genomen. Sojabonen en sojaproducten zijn de voornaamste bron van isoflavonen en (voorlopers van) lignanen treft men in granen, noten, fruit en groente. Beoordeeld werd of in het bloed circulerende niveaus lignanen en isoflavonen het risico op het ontstaan van prostaatkanker zouden verminderen (Perez-Cornago et al., 2018).

In vitro-, dierproef en observationeel onderzoek wijst erop dat een hoge inname van fyto-oestrogenen (genisteïne, daidzeïne en equol) en lignanen (enterolacton en enterodiol) de ontwikkeling van prostaatkanker zou verhinderen. Dit zou tot stand komen door hun hormonale werking en de wijze waarop zij signalering van receptoren beïnvloeden. Zowel isoflavonen als lignanen sorteren een hormonaal oestrogeen-effect.

De analyse omvatte twee Japanse studies (241 cases en 503 controlepersonen) en vijf Europese studies (2.828 cases en 5.593 controlepersonen). De Japanse en Europese data werden apart van elkaar geanalyseerd. In de Europese data was geen enkele relatie te vinden tussen inname van de drie isoflavonen en de twee lignanen en het risico op prostaatkanker. In de Japanse gegevens bleek er alleen een beschermende relatie te bestaan tussen equol en prostaatkanker. De mannen met de hoogste circulerende equolniveaus hadden in vergelijking met de mannen met de laagste circulerende niveaus een relatief 39 procent lager risico op prostaatkanker (OR=0.61, 95% BI=0.39-0.97).

Het is bekend dat het darmmicrobioom de absorptie van fyto-oestrogenen beïnvloedt. De studie is bijzonder omdat niet gekeken is naar de inname van isoflavonen en lignanen uit de voeding, maar naar daadwerkelijk in het bloed aanwezige niveaus.

Equol is een metaboliet van daidzeïne en wordt in het darmkanaal geproduceerd door het darmmicrobioom. De equolproductie varieert tussen individuen. Slechts 20 tot 50 procent van de mensen kan equol produceren en vooral Aziaten kunnen het goed aanmaken. Het lijkt op basis van deze studie dat de gezondheidsvoordelen van een sojarijke voeding vooral liggen bij equolproducerende individuen ten opzichte van degenen die dat niet kunnen.

Bronvermelding:
Perez-Cornago, A., Appleby, P. N., Boeing, H., Gil, L., Kyrø, C., Ricceri, F., … Travis, R. C. (2018). Circulating isoflavone and lignan concentrations and prostate cancer risk: A meta-analysis of individual participant data from seven prospective studies including 2828 cases and 5593 controls. International Journal of Cancer.

is natuurgeneeskundige en klinisch epidemioloog. Ze is als (freelance) auteur, docent en onderzoeker gespecialiseerd in het vakgebied van de complementaire, alternatieve en functionele geneeskunde. In haar werk staan kennisoverdracht en kennisontwikkeling in deze geneeswijzen centraal. Zij levert wetenschappelijke informatiediensten binnen het werkveld.

Laat een reactie achter