De neurobiologie van craving

06 Oct, 2022

Door Casper Beukema

In dit artikel richten we ons op voedsel-craving. Het is een emotioneel ingegeven verlangen; de wens om een bepaald gevoel te ervaren of juist te vermijden. Het eten van specifiek voedsel helpt daarbij. Op zich is hier niets mis mee; tot op zekere hoogte werkt het bevredigen van de behoefte stress-verlagend en het is onderdeel van onze menselijke ervaring. Cravings komen veel voor en zijn vaak goed in de hand te houden.1

Het is de intensiteit van de behoefte die het verschil maakt en dit is vaak afhankelijk van de emotionele noodzaak om iets óf wel óf juist niet te ervaren. In het grotere plaatje zien we vaak dat een onbalans in gevoelens en emoties deel uitmaakt van een verstoord zelfbeeld. Soms manifesteert zich dat in een verlangen zoals het nastreven van een onmogelijk ideaal wat ons leeg en ontgoocheld achterlaat. Het kan ook voortkomen uit afkeer van een bepaald thema, wat een voortdurende weerstand tegen aspecten in onszelf geeft. Voedsel wordt in dit geval een ‘uitlaatklep’ en kan vervolgens leiden tot overeten of verslavingspatronen.

Dit alles wil niet zeggen dat alle cravings uitsluitend psychologisch van aard zijn, wel dat ze een psychologisch effect hebben op ons. Ook verschillende metabole verstoringen kunnen verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van cravings. Belangrijk is te achterhalen welk gevoel centraal staat zodat we alle aspecten meenemen in een behandeling.
Het Braverman-model2 leert ons dat er vier neurotransmitters zijn die corresponderend vier oerbehoeften vervullen. Voor kracht en energie is dat dopamine, voor controle is het acetylcholine. GABA vervult de behoefte aan veiligheid, en serotonine maakt genieten mogelijk.

Dopamine geeft de zenuwprikkels kracht en is verantwoordelijk voor motorische aansturing. Actie, zoeken, ondernemen en risico’s kunnen (moeten) ervaren is allemaal dopamine-afhankelijk. Wanneer dopamine te hoog is ten opzichte van de overige drie neurotransmitters kan een buitensporige zoektocht ontstaan als gevolg van rusteloosheid. De coping wordt toevoegen van nieuwe dingen in tegenstelling tot het loslaten van overbodigheden. Dit kan leiden tot verslavingen, aangezien het beloningscentrum – de nucleus accumbens – in ons brein hierdoor overbelast kan raken.3
In de praktijk uit dit zich in het consumeren van stimulantia zoals koffie, guarana en in sommige gevallen speed (amfetamine) of cocaïne. Wanneer dopamine uit balans is ontstaat er een cirkel van onrust en verveling en het zoeken van een kick. Is dopamine laag dan vertonen we uitstelgedrag en kiezen we voor makkelijk voedsel dat weinig bereidingstijd nodig heeft. Daarnaast kan de behoefte aan snelle eiwitten toenemen zoals slechte kwaliteit vlees of vis. De theorie hierachter is dat aminozuren de bewegende kracht zijn in het lichaam. Denk aan spieren, receptoren, neurotransmitters en glucosekanaaltjes. De oplossing kan liggen in het toevoegen van hoge kwaliteit eiwitten zoals wilde zeevis, wild, vrije-uitloop-eieren of wei-eiwit als aanvullende shakes. Psychologisch kan worden onderzocht welke zoektocht er echt speelt en of het vermogen om ‘los te laten, over te geven’ aanwezig is. Suppletie: Mucuna pruriens, Panax ginseng, Rhodiola rosea.

www.food4medicine.nl

Lees het gehele artikel vanaf pagina 18 in OrthoFyto 5/22.

Wilt u het gehele artikel als PDF bestand ontvangen? Bestel het dan hier voor € 3,50.

Bronvermelding:
1. Hill AJ. The psychology of food craving. Proc Nutr Soc. 2007 May;66(2):277-85.
2. Lee S, Yu JS, Lee S. A Pilot Study of Psychological Traits in the Sasang Constitution According to the Braverman Nature Assessment. J Pharmacopuncture. 2015 Dec;18(4):32-7.
3. Ashok AH, Mizuno Y, Volkow ND, Howes OD. Association of Stimulant Use With Dopaminergic Alterations in Users of Cocaine, Amphetamine, or Methamphetamine: A Systematic Review and Meta-analysis. JAMA Psychiatry. 2017 May 1;74(5):511-519.
4. Sam C, Bordoni B. Physiology, Acetylcholine [https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK557825/
5. Merrill CB, Friend LN, Newton ST, Hopkins ZH, Edwards JG. Ventral tegmental area dopamine and GABA neurons: Physiological properties and expression of mRNA for endocannabinoid biosynthetic elements. Sci Rep. 2015 Nov 10;5:16176.
6. Bocchio M, McHugh SB, Bannerman DM, Sharp T, Capogna M. Serotonin, Amygdala and Fear: Assembling the Puzzle. Front Neural Circuits. 2016 Apr 5;10:24.
7. Tagliamonte A, DeMontis MG, Olianas M, Onali PL, Gessa GL. Possible role of insulin in the transport of tyrosine and tryptophan from blood to brain. Adv Exp Med Biol. 1976;69:89-94.
8. Connolly CG, Bell RP, Foxe JJ, Garavan H. Dissociated grey matter changes with prolonged addiction and extended abstinence in cocaine users. PLoS One. 2013;8(3):e59645.
9. Limanaqi F, Biagioni F, Busceti CL, Polzella M, Fabrizi C, Fornai F. Potential Antidepressant Effects of Scutellaria baicalensis, Hericium erinaceus and Rhodiola rosea. Antioxidants (Basel). 2020 Mar 12;9(3):234.

Verzameling van artikelen van schrijvers die op niet-regelmatige basis voor ons schrijven.

Laat een reactie achter