Bambusa arundinacea

03 Dec, 2018

Door: Fred Blaauw

Bamboe (Bambusa arundinacea) is inheems in tropisch India, Pakistan en noordwaarts tot in China. De exotische bamboeplant groeit naar zeggen wel 20 tot 100 cm per dag. Traditioneel wordt hij al eeuwen toegepast bij uiteenlopende gewrichtsklachten van het gehele bewegingsapparaat. Bamboe is met Ginkgo biloba de enige plant, die de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki heeft overleefd. Bamboe sluit zijn aminozuren in, waardoor hij tegen temperaturen bestand is tot 235 graden Celsius; aminozuren en enzymen kunnen max. 65 graden hebben!

Het organisch gebonden kiezelzuur, verwarrend genoeg ook wel silicium, siliciumdioxide of kortweg silica genoemd, is het hoofdbestanddeel van de plant en wordt geëxtraheerd uit de knopen van de siliceuze verhardingen van de stengels van de vrouwelijke planten. Het Si-gehalte kan oplopen tot wel 97%. Alleen de organisch gebonden vorm van silicium is biologisch actief.
De kiezelzuurverbinding in bamboe is afgeleid van siliciumdioxide (SiO2) en bestaat voor 1/3 deel uit het element silicium. Het element silicium manifesteert zich in veel verschillende vormen en ontelbare natuurlijke variaties. In 1953 heeft Werner de aanwezigheid van silicium in levende weefsels aangetoond en geïnterpreteerd als een van de twaalf belangrijkste essentiële elementen voor de mens. In 1972 kreeg silicium de status van ‘essentieel element’ voor de mens.
De belangrijkste ingrediënten (fytochemicaliën) van bamboe zijn: kiezelzuur, ijzerperoxide, calcium, kalium, oxaalzuur, reducerende suikers, harsen, wassoorten, choline, betaïne, benzoëzuur, arabinoxylanhexasacchariden, diferuloyl (= oligosaccharide curcumine) en afgeleiden.

In de praktijk komen we steeds meer klachten tegen die gerelateerd zijn aan een relatief, maar chronisch cellulair kiezelzuurtekort. Er lijkt een discrepantie te zijn tussen het voedselaanbod, de voedselkwaliteit en voedselkeuze enerzijds, en anderzijds een hoge(re) behoefte aan het element kiezelzuur. De ‘stille epidemie’ van de 21e eeuw, genaamd osteoporose, wordt steeds meer gelinkt aan andere deficiënte mineralen en elementen dan calcium. Dat geldt tot op zekere hoogte ook voor fibromyalgie. Kiezelzuur is van zeer groot belang voor gezonde botten, de botaanmaak, de hercalcificatie van bot, de collageensynthese, ligamenten, pezen, steun- en alle andere bindweefsels.1

www.hetfytocentrum.nl Lees het gehele artikel vanaf pagina 38 in OrthoFyto 6/18. Wilt u het hele artikel als PDF ontvangen? Bestel het dan hier voor € 3,50 Bronvermelding:
  1. Jugdaohsingh R. Silicon and bone health. J Nutr Health Aging. 2007 Mar-Apr; 11(2): 99–110.
  2. Domingo JL, Gómez M, Colomina MT. Oral silicon supplementation: an effective therapy for preventing oral aluminum absorption and retention in mammals Nutr Rev. 2011 Jan;69(1):41-51. doi: 10.1111/j.1753-4887.2010.00360.x.
  3. Schwarz K. A Bound Form of Silicon in Glycosaminoglycans and Polyuronides. Proc Natl Acad Sci USA. 1973 May; 70(5): 1608–1612
  4. Abraham G. (n.d.). The Importance of Bioactive Silicates in Human Health. Retrieved October 8, 2018
  5. Heaton F. W. (1987). Silicon biochemistry ciba foundation symposium 121. FEBS Letters, 212(1), 179–179.
  6. Charnot Y. & Pérès G. Silicon, Endocrine Balance and Mineral Metabolism (Calcium and Magnesium). In Biochemistry of Silicon and Related Problems (pp. 269–280). 1978 Boston, MA: Springer US.
  7. Jugdaohsingh R, Tucker KL, Qiao N, Cupples LA, Kiel DP, Powell JJ. (2004) Dietary silicon intake is positively associated with bone mineral density in men and premenopausal women of the Framingham Offspring cohort. J Bone Miner Res. 2004 Feb;19(2):297-307. Epub 2003 Dec 16.
  8. Rico H, Gallego-Lago JL, Hernández ER, Villa LF, Sanchez-Atrio A, Seco C, Gérvas JJ. Effect of silicon supplement on osteopenia induced by ovariectomy in rats. Calcif Tissue Int. 2000 Jan;66(1):53-5.
  9. Voronkov, M. G. Annual Reports in Medicinal Chemistry, Chapter 27. Silicon in Biology and Medicine. Volume 10, 1975, Pages 265-273.

is werkzaam als natuurgeneeskundige kPNI in Tynaarlo en voert sinds 1985 zelfstandig fulltime praktijk. Reeds in 1974 begon hij zich te scholen op het gebied van algemene natuurgeneeskunde. Fred was al eerder auteur van fytotherapeutische en orthomoleculaire artikelen in o.a. vakbladen van beroepsverenigingen. Hij participeert tevens in het docententeam van OrthoLinea.

Laat een reactie achter