Kiezen voor een gezonde leefstijl

14 Jun, 2017

Door: Fleur Kortekaas

De meeste mensen vinden het moeilijk om voor een gezonde leefstijl te kiezen. Dat maakt dat het algemene volksgezondheidsbeleid (preventie) een belangrijke taak heeft mensen te helpen gezond te leven en het daarnaast belangrijk is (gedrags)wetenschappelijk onderzoek uit te voeren. De overheid neemt hier verschillende initiatieven in.

Vruchtbare benaderingswijzen voor gezonder eetgedrag zijn er wel. Daar moeten we uit putten, volgens Ellen van Kleef, professor marktkunde en consumentengedrag aan de Wageningen Universiteit. We redden het in ieder geval niet met ouderwetse voedingsvoorlichting en voedingsadvies. Uitleg geven over de schijf van vijf of testen of je wel genoeg gezonde vezels eet, is een gepasseerd station. Op de onlangs gehouden Obesity Conference in de USA galmde de uitspraak ‘Information does not equal motivation’. Vruchtbare benaderingswijzen bestaan uit effectievere communicatiestrategieën, het gezonder maken van de leefomgeving en het ‘nudgen’ naar gezond gedrag; een klein zetje naar gezond gedrag geven, bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van waterdrinkkranen in de stad, of bij de kassa van de supermarkt noten, zaden en fruit aangeboden krijgen in plaats van chocoladerepen. Gedragswetenschapper Wansink publiceerde, in het Engels, het CAN approach ‘make healthy choices more Convenient (physically or cognitively), more Attractive (comparatively or absolutely), or more Normal (perceived or actual)’ (Wansink, 2015).

Het is overduidelijk dat, om mensen gezonder te laten eten en bewegen, meer kennis noodzakelijk is over factoren die dit gedrag beïnvloeden. Verschillende onderzoeksprogramma’s richten zich op deze vraag. Zo is DEDIPAC KH (Determinants of Diet and Physical Activity Knowledge Hub) een samenwerkingsverband tussen meer dan 300 onderzoekers afkomstig uit 68 onderzoeksinstituten en 13 landen. In dit netwerk van onderzoekers zijn alle noodzakelijke disciplines (biomedisch, gedrag, sociaal en economisch) aanwezig om de beïnvloedende factoren van eet- en beweeggedrag te onderzoeken. Het netwerk wordt gecoördineerd door prof. Johannes Brug (VUMC). Vanuit Nederland namen 10 organisaties deel aan DEDIPAC KH. Het DEDIPAC-project heeft als doel om meer inzicht te krijgen waarom mensen te veel eten en te weinig bewegen. En welke factoren het eet- en beweeggedrag van mensen verklaren. De belangrijkste opbrengsten van DEDIPAC zijn een state of the art overzicht van de factoren die het eet -en beweeggedrag verklaren én een toolbox voor het ontwikkelen, implementeren en evalueren van interventies en beleidsmaatregelen om een gezonde leefstijl te bevorderen.

Een ander initiatief om de kennis over gedragsverandering naar een gezonde leefstijl te verrijken komt van de Nederlandse Hartstichting. Ze investeert samen met ZonMw 7,5 miljoen euro in onderzoek naar het volhouden van een gezonde leefstijl. Het doel is om nieuwe manieren te vinden om gezonde keuzes en gedrag beter vol te houden. ‘De uitdaging ligt juist op dit terrein: zorgen dat mensen het wél volhouden en hun hart en lichaam gezond houden’, aldus Floris Italianer, directeur van de Hartstichting. ‘Ons ideaalbeeld is dat iedereen langdurig gezond kan leven. We willen dat meer mensen gezonde keuzes maken, zodat zij zich vitaal voelen en minder risico lopen op hart- en vaatziekten. We richten ons nu op het vinden van nieuwe methodes.’

Onlangs spraken TNO en het Leids Universitair Medisch Centrum af meer samen te werken op het gebied van Leefstijl als medicijn. Prof. Hanno Pijl van het LUMC zet zich in voor meer bekendheid hierover. ‘Wij weten steeds beter dat voeding, lichamelijke en geestelijke activiteit, slaap en stress een grote rol spelen in vrijwel alle ziekten waarmee wij worstelen. Daar móeten we dus iets aan doen.’

Meer informatie over DEDIPAC KH:
www.dedipac.eu

Om op de hoogte te blijven van de initiatieven van het LUMC kunt u zich abonneren op de nieuwsbrief.

is natuurgeneeskundige en klinisch epidemioloog. Ze is als (freelance) auteur, docent en onderzoeker gespecialiseerd in het vakgebied van de complementaire, alternatieve en functionele geneeskunde. In haar werk staan kennisoverdracht en kennisontwikkeling in deze geneeswijzen centraal. Zij levert wetenschappelijke informatiediensten binnen het werkveld.

Laat een reactie achter