ADHD, neurotransmissie en voeding

13 Feb, 2020

Door: Cindy de Waard

Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD) is een veelvoorkomende aandoening waaraan neurologische, endocrinologische, immunologische en gastro-intestinale verstoringen ten grondslag liggen. Een centrale functie is weggelegd voor het darmmicrobioom dat al deze systemen met elkaar verbindt. Gezonde voeding vormt de basis voor een gezond microbioom. Een complementaire behandeloptie bij ADHD is dan ook de toepassing van een aangepast voedingspatroon.

Rond de 6 procent van de kinderen is gediagnosticeerd met ADHD, een aandoening die zich volgens het DSM V in drie subtypen kan uiten; een hyperactief en/of impulsief subtype dat hoofdzakelijk bij jongens voorkomt; een onoplettend subtype bij meisjes en een gecombineerd subtype. De behandeling bestaat uit psychotherapie, al dan niet in combinatie met farmacotherapie. Tussen de 20 en 35 procent van de kinderen reageert echter niet goed op de behandeling. Bovendien treden er bij farmacotherapie geregeld bijwerkingen op en is de effectiviteit op de lange termijn onvoldoende duidelijk. Om die redenen kiezen ouders van kinderen met ADHD vaker voor alternatieve of complementaire behandelmethoden, bestaande uit aanpassingen in de voeding en orthomoleculaire geneeskunde.1

Wetenschappelijk onderzoek naar ADHD heeft zich in het verleden met name gericht op de invloed van het humane genoom. Inderdaad blijkt ADHD gedeeltelijk erfelijk te zijn. Er spelen echter ook omgevingsfactoren een rol in de pathofysiologie. Een centrale positie lijkt te zijn weggelegd voor ons tweede genoom: het darmmicrobioom. De ontwikkeling van het darmmicrobioom en de hersenen vindt parallel plaats tijdens de eerste twee tot drie levensjaren van het kind. Uit onderzoek is gebleken dat darmbacteriën een cruciale rol spelen in de hersenontwikkeling en in staat zijn om de neurotransmissie en plasticiteit van de hersenen te beïnvloeden.

Bij ADHD zijn er met name verstoringen te zien in de neurotransmissie van dopamine en noradrenaline in de hersenen. Deze neurotransmitters zijn actief in de prefrontale cortex en het striatum en moduleren impulsiviteit, motivatie en beloning. Daarnaast hebben recente studies aangetoond dat de brain-derived neurothrophic factor (BDNF), een stof die de neurogenese en neuronale overleving promoot, van belang kan zijn bij ADHD. Het darmmicrobioom kan via de hersen-darm-as, die gevormd wordt door het zenuwstelsel, het endocrien systeem, het immuunsysteem en de microbiota, invloed uitoefenen op de neurotransmissie en de expressie van BDNF in het brein.1,2

Lees het gehele artikel vanaf pagina 20 in OrthoFyto 1/20. Wilt u het gehele artikel als PDF bestand ontvangen? Bestel het dan hier voor € 3,50 Bronvermelding:
  1. Sanz Y, Cenit MC, Nuevo IC, Codoñer-Franch P, Dinan TG. Gut microbiota and attention deficit hyperactivity disorder: new perspectives for a challenging condition. Eur Child Adolesc Psychiatry 2017;26(9):1081–1092
  2. Verlaet AAJ, Noriega DB, Hermans N, Savelkoul HFJ. Nutrition, immunological mechanisms and dietary immunomodulation in ADHD. Eur Child Adolesc Psychiatry 2014;23(7):519–29.
  3. Slykerman RF, Coomarasamy C, Wickens K, Thompson JMD, Stanley T V., Barthow C, et al. Exposure to antibiotics in the first 24 months of life and neurocognitive outcomes at 11 years of age. Psychopharmacology (Berl). 2019;236(5):1573–82.
  4. Wang L-J, Yang C-Y, Chou W-J, Lee M-J, Chou M-C, Kuo H-C, et al. Gut microbiota and dietary patterns in children with attention-deficit/hyperactivity disorder. Eur Child Adolesc Psychiatry. 2019.
  5. Ly V, Bottelier M, Hoekstra PJ, Arias Vasquez A, Buitelaar JK, Rommelse NN. Elimination diets’ efficacy and mechanisms in attention deficit hyperactivity disorder and autism spectrum disorder. Eur Child Adolesc Psychiatry 2017;26:1067–79.
  6. Cortese S, Moreira-Maia CR, St. Fleur D, Morcillo-Peñalver C, Rohde LA, Faraone S V. Association Between ADHD and Obesity: A Systematic Review and Meta-Analysis. Am J Psychiatry 2016;173(1):34–43.
  7. Pearce J, Taylor MA, Langley-Evans SC. Timing of the introduction of complementary feeding and risk of childhood obesity: a systematic review. Int J Obes 2013;37(10):1295–306.
  8. de Theije CGM, Bavelaar BM, Lopes da Silva S, Korte SM, Olivier B, Garssen J, et al. Food allergy and food-based therapies in neurodevelopmental disorders. Pediatr Allergy Immunol 2014;25(3):218–26.
  9. Pelsser LM, Frankena K, Toorman J, Rodrigues Pereira R. Diet and ADHD, Reviewing the Evidence: A Systematic Review of Meta-Analyses of Double-Blind Placebo-Controlled Trials Evaluating the Efficacy of Diet Interventions on the Behavior of Children with ADHD. Hashimoto K, editor. PLoS One. 2017;12(1):e0169277.
  10. Ríos-Hernández A, Alda JA, Farran-Codina A, Ferreira-García E, Izquierdo-Pulido M. The Mediterranean Diet and ADHD in Children and Adolescents. Pediatrics 2017;139(2):e20162027.
  11. San Mauro Martín I, Blumenfeld Olivares JA, Garicano Vilar E, Echeverry López M, García Bernat M, Quevedo Santos Y, et al. Nutritional and environmental factors in attention-deficit hyperactivity disorder (ADHD): A cross-sectional study. Nutr Neurosci 2018;21(9):641–7.

is farmaceutisch wetenschapper en natuurgeneeskundige. Ze werkt als freelance medisch tekstschrijver voor verschillende organisaties en tijdschriften. Daarnaast heeft ze een praktijk gespecialiseerd in darmgerelateerde gezondheidsproblemen.

Laat een reactie achter