Omgaan met imperfecte lymediagnostiek

13 Aug, 2018

Door: Armelle Demmers

In Europa wordt Borrelia burgdorferi sensu lato verspreid via de teek Ixodes ricinus, en veroorzaakt de ziekte van Lyme. Volgens het RIVM is 15 tot 20 procent van de teken besmet met de Borrelia-bacterie. Onder de Nederlandse bevolking heeft 5 tot 10 procent positieve antistoffen tegen Borrelia zonder symptomen te hebben. Dit is de achtergrondprevalentie volgens de CBO-richtlijn.10 Co-infecties komen met variërende frequentie in teken voor, hoewel enkelvoudige infecties vaker voorkomen dan dubbele infecties.

Voor de diagnose van de ziekte van Lyme worden vooral serologische testen gebruikt; enzymgekoppelde immunosorbenttests (ELISA of EIA) of immunoblots. Op basis van duidelijke diagnostische indicatie heeft een immunoblot de hoogste specificiteit en de western blot is daarvan de meest gangbare. ELISA wordt vaak als eerste test gebruikt. Immunoblots worden meestal alleen toegepast wanneer ELISA positief is, dit heet de Two-Tiered-methode. De reproduceerbaarheid van de immunoblots is hoog, 82 procent uit 239 deelnemende laboratoria. Herhaling van de test bij een negatieve uitslag zou alleen na drie tot zes weken na de infectie meer duidelijkheid kunnen geven. Dan kan lyme alsnog aangetoond worden als de uitslag positief is. De testen tonen antilichamen afkomstig van het immuunsysteem aan en niet van de bacterie zelf, omdat identificatie van de spirocheten of hun eiwitten gevoeligheid mist. IgM is het meest aanwezige antilichaam in de eerste 30 dagen van de infectie, terwijl IgG later in de ziekte toeneemt. Na negatieve serologie – een negatieve ELISA of een positieve ELISA gevolgd door een negatieve immunoblot – zullen patiënten niet worden behandeld voor lymeborreliose (LB), maar worden ze opgevolgd of verwezen voor verdere diagnose.

Het verband tussen antilichaamstatus en werkelijke infectie is mogelijk niet voor de hand liggend: niet-geïnfecteerde personen kunnen immuniteit hebben en positief testen, terwijl geïnfecteerde mensen mogelijk een vertraging in hun antilichaamrespons hebben en daardoor negatief testen. Zelfs een echt positieve test kan wijzen op alleen eerdere blootstelling aan B. burgdorferi. Antistoffen kunnen lang aanwezig zijn in het bloed, terwijl de bacterie allang verdwenen is. Maar een test kan ook te vroeg uitgevoerd worden als er nog geen antistoffen zijn aan te tonen. Dan kan herhaling van een test nodig zijn. Na zes weken infectie is ongeveer 100 procent IgG aantoonbaar in het serum. Een test kan ook positief zijn door syfilis, andere bacteriële infecties en het Epstein-barrvirus. Uit het diagnostisch onderzoek zal moeten blijken of verder onderzoek nodig is of dat LB vastgesteld kan worden aan de hand van symptomen. Andere oorzaken van een onterecht negatieve uitslag zijn: een verstoring van het immuunsysteem waardoor geen antistoffen aangemaakt worden, antibioticagebruik of andere medicatie die invloed heeft op het afweermechanisme, een andere actieve Borrelia-stam die niet getest kan worden, de spirocheet kan zich inkapselen en/of diep in het weefsel zitten en tenslotte is er variatie tussen laboratoria.

Lees het gehele artikel vanaf pagina 30 in OrthoFyto 4/18. Wilt u het hele artikel als PDF ontvangen? Bestel het dan hier voor € 3,50 Bronvermelding:
  1. Benedikt Lohr, Volker Fingerleb, Douglas E. Norrisc and Klaus-Peter Hunfelda. Laboratory diagnosis of Lyme borreliosis: Current state of the art and future perspectives. Critical Reviews in Clinical Laboratory Sciences, 2018
  2. Jennie Burke, Eva Sapi, Cheryl Bandoski, Katherine R. Filush, Yean Wang, Agustin Franco, Arun Timmaraju, Hilary A. Schlinger, Peter J. Mayne, and Raphael B. Stricker. Culture and identification of Borrelia spirochetes in human vaginal and seminal secretions. Published online 2015 Apr 27.
  3. Lischer CJ, Leutenegger CM, Braun U, Lutz H. Diagnosis of Lyme disease in two cows by the detection of Borrelia burgdorferi DNA. Vet Rec.2000 Apr 22;146(17):497-9.
  4. Leeflang et al. The diagnostic accuracy of serological tests for Lyme borreliosis in Europe: a systematic review and meta-analysis. BMC Infectious Diseases (2016) 16:140.
  5. Edward A. Belongia. Epidemiology and Impact of Coinfections Acquired from IxodesTicks, Published Online: 9 Jul 2004.
  6. Von Baehr V, Doebis C, Volk HD, von Baehr R. The Lymphocyte Transformation Test for Borrelia Detects Active Lyme Borreliosis and Verifies Effective Antibiotic Open Neurol J. 2012; 6: 104–112. Published online 2012 Oct 5.
  7. Volker von Baehr, Cornelia Doebis, Hans-Dieter Volk, and Rüdiger von Baehr. A Comparison of Lyme Disease Serologic Test Results From 4 Laboratories in Patients With Persistent Symptoms After Antibiotic Treatment. Clin Infect Dis. 2014 Dec 15;59(12):1705-10. Epub 2014 Sep 2.
  8. Brian A. FallonMartina PavlicovaSamantha W. CoffinoCarl Brenner. Evaluation of the sensitivity and specificity of diagnostic test regimes for diagnosis of Lyme disease in humans, a systematic review and meta-analysis of the evidence. L. Waddel et al. 11 dec. 2014.
  9. Dessau RB et al. To test or not to test? Laboratory support for the diagnosis of Lyme borreliosis: a position paper of ESGBOR, the ESCMID study group for Lyme borreliosis. Clin Microbiol Infect.2018 Feb;24(2):118-124. Epub 2017 Sep 5.
  10. CBO-richtlijn, te vinden via lci.rivm.nl

Verzameling van artikelen van schrijvers die op niet-regelmatige basis voor ons schrijven.

Laat een reactie achter