Risicofactoren voor bijwerkingen zoethout

25 Oct, 2021

Gebruik van zoetkout kan leiden tot pseudoaldosteronisme, een fenomeen dat onder andere gepaard gaat met oedeem, een hoge bloeddruk (hypertensie) en hypokaliëmie. Dit kan ontstaan doordat metabolieten van de stof glycyrrhizine in zoethout de afbraak van cortisol remmen in de nieren. De link tussen zoethoutgebruik en het ontstaan van pseudoaldosteronisme is al langere tijd bekend. Wetenschappers hebben nu gekeken wie er een verhoogd risico lopen op deze bijwerking, zodat zorgverleners hier in de praktijk beter aandacht aan kunnen geven.

Glycyrrhizine kan bij orale inname niet direct worden opgenomen in het lichaam. De darmbacteriën moeten de stof eerst omzetten in glycyrrhizinezuur. Vervolgens wordt het glycyrrhizinezuur in de lever weer omgezet in andere metabolieten die effecten hebben op de nieren. Met name de dosering en de gebruiksduur zijn voorspellend voor het ontstaan van bijwerkingen. Doseringen hoger dan 2,5 gram zoethout per dag zijn gecontra-indiceerd bij mensen met aldosteronisme, myopathie en een lage kaliumspiegel. Bij doseringen lager dan 2,5 gram per dag kan er echter nog steeds pseudoaldosteronisme optreden. Dit risico wordt groter als zoethout langer dan dertig dagen wordt gebruikt. Omdat opname van glycyrrhizine afhankelijk is van de omzetting door de darmmicrobiota, hebben mensen met constipatie een hoger risico op bijwerkingen. Doordat zoethout langer in de darm verblijft, kunnen de darmbacteriën een grotere hoeveelheid glycyrrhizine omzetten in glycyrrhizinezuur. Ook hebben mensen met minder albumine in het bloed een hoger risico op bijwerkingen, doordat er meer vrije zoethoutmetabolieten in het bloed voorkomen die zich kunnen ophopen in de nieren.
Tot slot vonden de onderzoekers indicaties dat een hogere leeftijd en gelijktijdig gebruik met medicijnen het risico op bijwerkingen verhogen. Ook treden de bijwerkingen vaker op bij vrouwen dan bij mannen.

De volledige Engelstalige publicatie kunt u hier lezen.

Bronvermelding:
Yoshino T, Shimada S, Homma M, Makino T, Mimura M and Watanabe K. (2021). Clinical Risk Factors of Licorice-Induced Pseudoaldosteronism Based on Glycyrrhizin-Metabolite Concentrations: A Narrative Review. Front. Nutr. 8:719197. doi: 10.3389/fnut.2021.719197.

is farmaceutisch wetenschapper en natuurgeneeskundige. Ze werkt als freelance medisch tekstschrijver voor verschillende organisaties en tijdschriften. Daarnaast heeft ze een praktijk gespecialiseerd in darmgerelateerde gezondheidsproblemen.

Laat een reactie achter