Vitamine B6 en B12 verhogen mogelijk de kans op een heupfractuur

02 Dec, 2019

Een hoge inname van vitamines en mineralen via voedingssupplementen komt steeds vaker voor. Dit is echter niet altijd zonder risico. Over het algemeen wordt gedacht dat, met uitzondering van vitamine B6, het gebruik van een hoge dosering B-vitamines niet schadelijk is voor de gezondheid, omdat een overschot uitgescheiden wordt via de urine. Ten onrechte blijkt nu, want het gebruik van supplementen met vitamine B6 en B12 wordt sinds kort in verband gebracht met een verhoogde kans op heupfracturen bij postmenopauzale vrouwen.

Tijdens het prospectieve onderzoek werden 75.864 vrouwen in de menopauze gedurende 30 jaar gevolgd. Tijdens deze periode liepen 2304 vrouwen een heupfractuur op. De gemiddelde inname van vitamine B6 en B12 uit zowel voeding als supplementen bedroeg respectievelijk 3,6 mg en 12,1 µg per dag. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) voor vitamine B6 bedraagt 1,5 mg/dag en voor vitamine B12 is dit 2,8 µg/dag (in Nederland). Bij zowel een verhoogde inname van vitamine B6 als B12 nam de kans op een heupfractuur toe, waarbij een verhoogde inname van beide vitaminen resulteerde in een 50 procent hogere kans op een heupfractuur vergeleken met vrouwen die een lage inname hadden (B6 <2mg/dag en B12 <10µg/dag). Het effect werd in verband gebracht met het ontstaan van neurologische klachten bij een hoge inname van vitamine B6. Daarnaast laten kleinschalige studies zien dat een hoge vitamine B6-serumconcentratie mogelijk botverlies kan stimuleren door de binding van oestrogeen aan steroïde receptoren te beïnvloeden. Een verklaring voor het gevonden negatieve effect van vitamine B12 konden de onderzoekers niet geven.

De gehele Engelstalige publicatie is hier te lezen.


Bronvermelding:
Meyer, H. E., Willett, W. C., Fung, T. T., Holvik, K., & Feskanich, D. (2019). Association of High Intakes of Vitamins B6 and B12 From Food and Supplements With Risk of Hip Fracture Among Postmenopausal Women in the Nurses’ Health Study. JAMA network open, 2(5), e193591-e193591. doi:10.1001/jamanetworkopen.2019.3591

is natuurgeneeskundige en klinisch epidemioloog. Ze is als (freelance) auteur, docent en onderzoeker gespecialiseerd in het vakgebied van de complementaire, alternatieve en functionele geneeskunde. In haar werk staan kennisoverdracht en kennisontwikkeling in deze geneeswijzen centraal. Zij levert wetenschappelijke informatiediensten binnen het werkveld.

Laat een reactie achter