Exorfinen, brood en gedrag

30 Jan, 2018

Exorfinen zijn morfine-achtige eiwitten in de voeding. Ze komen voor in melk-, glutenhoudende en sojaproducten, en in spinazie. Het is de veronderstelling dat deze exorfinen een verstorende werking hebben in het lichaam. Een te groot aanbod van exorfinen in de voeding en een verminderde afbraak ervan in de darmen vanwege een doorlaatbaar darmslijmvlies, zou een scala aan functionele klachten kunnen sorteren, waaronder gedrags- en psychiatrische problemen.

Onder kinderen met neurologische ontwikkelingsproblematiek komen frequent maag- en darmklachten, voedingstekorten en voedingsintoleranties voor. Servische onderzoekers bestudeerden daarom bij kinderen met neurologische gedragsproblemen of er sprake is van een genetische dispositie voor voedselintolerantie, een verhoogde darmpermeabiliteit of een hoge concentratie van opiaatachtige stoffen.

Aan de hand van DNA-profielen analyseerden ze of er sprake was van een genetische aanleg voor glutenintolerantie (HLA-DQ), een lactose-intolerantie (LCT-13910C>T) alsook een verstoorde functie in de vitamine D-stofwisseling (VDR FokI). De darmdoorlaatbaarheid werd getest door de hoeveelheid eiwit in de urine van de bestudeerde kinderen te vergelijken met die van gezonde kinderen.

De concentratie opiaateiwitten casomorfine 8 en gluten exorfine-C bleek hoger te zijn bij kinderen met neurologische ontwikkelingsproblemen. Er werd geen genetische relatie gevonden met gluten- of lactose-intolerantie. Onderzoekers vonden voor een subgroep kinderen met autisme wel een relatie met het VDR Fokl vitamine D-polymorfisme (Bojović et al., 2017).

Twee Turkse arts-onderzoekers publiceerden eind 2016 een overzicht van de relatie tussen het gebruik van gluten, darmschade en mentale klachten. Het (Engelstalige) overzicht is hier te vinden (Bressan & Kramer, 2016).

Bronnen:
Bojović, K., Stanković, B., Kotur, N., Krstić-Milošević, D., Gašić, V., Pavlović, S., … Ignjatović, D. (2017). Genetic predictors of celiac disease, lactose intolerance, and vitamin D function and presence of peptide morphins in urine of children with neurodevelopmental disorders. Nutritional Neuroscience, 1–11.
Bressan, P., & Kramer, P. (2016). Bread and Other Edible Agents of Mental Disease. Frontiers in Human Neuroscience, 10, 130.

is natuurgeneeskundige en klinisch epidemioloog. Ze is als (freelance) auteur, docent en onderzoeker gespecialiseerd in het vakgebied van de complementaire, alternatieve en functionele geneeskunde. In haar werk staan kennisoverdracht en kennisontwikkeling in deze geneeswijzen centraal. Zij levert wetenschappelijke informatiediensten binnen het werkveld.

Laat een reactie achter